Nieuwe sectorale norm voor Hybride- en Elektrische Voertuigen (HEV)

Een wijzigende technologie en dito omstandigheden, leidden tot een aanpassing van deze norm die EDUCAM jaren geleden voor het eerst opstelde. Weliswaar afgestemd op noden van vandaag, wijzigt niets aan de essentie: werkgevers een gratis leidraad geven om hun dynamisch risicobeleid om te zetten door een goed zicht te bieden op de aanwezige risico’s en bestaande beschermingsmiddelen met als afsluiter een duidelijk overzicht van de vereiste veiligheidskwalificatie nodig om aan HEV te werken. Wie mag wat en in welke omstandigheden? Een toelichting.

HEV-certificering

Een sectorale norm voor Hybride- en Elektrische Voertuigen (HEV) is op zich niet nieuw, maar deze nieuwe, geactualiseerde versie is dat wel. “Het principe blijft hetzelfde, alleen werd de invulling van de norm aangepast aan de noden van vandaag”, legt Nathalie Lenaerts, Manager Competences & Certification bij EDUCAM, uit. “De definitie en de doelstelling van deze norm blijven onverminderd wat ze altijd geweest zijn. Deze hebben als doel werkgevers te ondersteunen door een overzicht te verschaffen van de risico's bij het omgaan met en het werken aan HEV. Hij omvat ook de persoonlijke beschermingsmiddelen, gereedschap en meetapparatuur die hierbij kunnen ingezet worden om veilig te werken. Verder komen onderwerpen als voertuigbeoordeling, risicoanalyse en spanningsloos maken van een voertuig aan bod.  De verschillende bestaande sectorale veiligheidsniveaus om te werken aan HEV, de kennis en competenties waarover de persoon die de werkzaamheden verricht moet beschikken en de taken die hieronder vallen staan vervolgens uitgebreid beschreven. Deze sectorale norm is dus een leidraad die gratis ter beschikking wordt gesteld. Door EDUAM uitgewerkt in opdracht van de sociale partners.”

Achtergrond

“Om de achtergrond van de HEV-norm goed te begrijpen, moet men de verantwoordelijkheid van de werkgever op het vlak van veiligheid op de werkvloer als vertrekpunt nemen”, vervolgt Nathalie Lenaerts. “Uitgangspunt van de Belgische wetgeving is dat een werkgever verantwoordelijk is voor het welzijnsbeleid in zijn onderneming. Dit omvat ook een heel takenpakket dat onder de noemer van een dynamisch risicobeleid valt.  Tegelijk moet vastgesteld worden dat het aan directe regelgevingen rond het werken aan hoogespanningssystemen in voertuigen ontbreekt. Net dat creëerde de lacune die met deze norm ingevuld wordt. Zo luidde ook de opdracht die we destijds als EDUCAM van de sociale partners kregen. De opstelling gebeurde door een grondige bestudering van de wetgeving, dat spreekt, maar er vonden ook vele contacten plaats met zowel overheidsdiensten als de betrokken belanghebbenden in de autosector en de aanverwante sectoren. Om deze norm uit te werken, vertrokken we van de beroepsprofielen en de hierin beschreven taken.

Aangepaste versie

“Een aantal elementen droegen ertoe bij dat we deze aanpassing uitwerkten”, vervolgt Lenaerts. “Het aantal HEV op onze wegen neemt toe, de technologie evolueert maar vooral ook de vaststelling dat meer taken uitgevoerd worden in garages. Zo'n norm is een evolutief iets en moet zich aanpassen aan wijzigende omstandigheden. Een onveilige situatie van vroeger, is dit vandaag door ingebouwde veiligheidsmechanismen misschien niet langer. Ook hiermee wordt rekening gehouden.”

Diverse niveaus

Over welk certificaat je nu precies moet beschikken wordt op een eenvoudige en overzichtelijk aangebracht.  “Er zijn verschillende niveaus”, verduidelijkt Nathalie Lenaerts. “En tegenover elk niveau staan dan handelingen die men al dan niet mag uitvoeren. Binnen de garageactiviteit onderscheiden we 4 niveaus.  In grote lijnen werkt een HEV-gesensibiliseerd medewerker niv.1 niet aan HV-onderdelen, behalve onder zeer strikte voorwaarden en permanent toezicht, is een HEV-vakbekwaam medewerker niv.2 in staat een voertuig spanningsloos te maken om vervolgens aan spanningsloze HV-componenten te werken en werken de HEV-gespecialiseerd medewerker niv.3 en HEV-Risk Expert niv.4 wel onder spanning. Elk niveau wordt duidelijk beschreven, waarna we telkens uitleggen welk niveau nodig is voor een gegeven taak, afhankelijk van de toestand waarin het voertuig zicht bevindt . Net om die reden voorzien we in de norm een verfijning per activiteitendomein. Zo onderscheiden we garageactiviteiten voor personenwagens en lichte bedrijfsvoertuigen van de garageactiviteiten heavy-duty (wat staat voor bedrijfswagens, bussen, landbouwmachines en machines voor de burgerlijke bouwkunde). Verder komen ook de carrosserie-activiteit, werken aan brom- en motorfietsen en de depannage-, takel- en bergingsactiviteiten aan bod. Op die manier kan een werkgever binnen de scope van zijn activiteit makkelijk raadplegen welk niveau voor een gegeven handeling vereist is.”

Noodzakelijke certificering

De collectieve arbeidsovereenkomsten in onze sector zijn heel duidelijk.  Wie aan dergelijke voertuigen werkt moet in het bezit zijn van een geldig sectoraal veiligheidscertificaat in lijn met de uit te voeren werkzaamheden.  “ Je kan het sectoraal certificaat behalen dat met een bepaald niveau overeenstemt, zoals hierboven beschreven, door te slagen voor de sectorale proeven van dat niveau", aldus Nathalie Lenaerts. “Het is het bewijs dat men de bekwaamheid heeft om zich veilig van bepaalde taken te kwijten en wordt door de sector erkend. Zo'n certificaat heeft een geldigheidsduur van zes jaar.” Voor een werkgever is het van belang dat zijn medewerkers niet alleen de juiste kwalificaties hebben, maar ook dat het bewijs hiervan kan worden voorgelegd. Aan hem ook de keuze of hij binnen zijn personeelsbestand de nadruk op enkele specialisten legt die de werkzaamheden aan HEV uitvoeren, of eerder voor een ploeg met polyvalente medewerkers gaat. Het aanbod van ons EDUCAM- opleidingsgamma biedt alvast de mogelijkheid om aan deze sectorale certificering tegemoet te komen.