Elektrificering van wagenpark leidt tot nieuwe opleidingsbehoeften
Uit ervaring en onderzoek blijkt dat de kennis van elektriciteit in menig atelier onvoldoende is. En zeker in het licht van de steeds sneller lopende elektrificering van het wagenpark is dit een torenhoog probleem. Met het Power Up!-traject, bestaande uit drie niveaus, reikt EDUCAM een instrument aan om deze leemte in te vullen. Praktisch aangepakt en dankzij een enquête haarfijn afgestemd op de behoeften van het terrein.
Het is eigen terreinervaring: vaak is de kennis van en rond elektriciteit in een werkplaats niet altijd evident. Er kan zich een probleem van voorkennis stellen, maar de technische ontwikkeling is ook van die aard dat het voor velen moeilijk wordt de achterstand bij te benen. Een tijdje geleden hielden we een enquête met als doel de pijnpunten gedetailleerd in kaart te brengen. Waar knelt het schoentje, en vooral: waar ligt precies de opleidingsbehoefte?
Eén antwoord stak er met kop en schouders bovenuit: storingzoeken in een elektrische/elektronische kring. Om en bij de 70% van de respondenten vinkten dit aan. Maar dit was niet het enige probleem, zo bleek. Voor iets minder dan de helft was er een opleidingsbehoefte bij het gebruik van de oscilloscoop, de werking van elektrische/elektronische onderdelen, net als voor het gebruik van elektrische schema’s.
Opleiding bijsturen
“Dit is kostbare informatie voor ons”, stelt Dimitri Van der Wilt, Technical Development Coördinator bij EDUCAM. “Hiermee kunnen we onze opleidingen dermate aanpassen dat ze nog beter op de vraag van de sector afgestemd zijn.” Welke moeilijkheden ontwaart hij vanuit zijn praktijkervaring? “We zien dat vooral de basisprincipes van elektriciteit in voertuigen als moeilijk ervaren worden. Daar letten we dan ook in het bijzonder op. De resultaten van onze enquête verbazen me alleszins niet. Over het meten in de technische zin van het woord maak ik me geen zorgen. Ze kunnen allemaal vrij vlot het toestel hanteren. Anders ligt het bij de interpretatie van het signaal. Dat is een bijzonder aandachtspunt. Als je niet weet wat je meet, kan je geen oplossingen bedenken.”
Uit de enquête blijkt dat de antwoorden nu en dan wel eens durven te verschillen, naargelang de vraag aan een invoerder of een dealer gesteld wordt. Hoe dit verklaren? “Bij invoerders wordt veelal een eigen opleidingstraject gevolgd”, antwoordt Dimitri Van der Wilt. “De aandacht is erg op de voertuigen en modellen gefocust, maar te vaak wordt ervan uitgegaan dat de basiskennis elektriciteit groter is dan in werkelijkheid het geval is. Die leemte invullen is net de meerwaarde van onze opleidingen.”
“Concreet onderscheiden we drie niveaus”, vervolgt Dimitri Van der Wilt. “En telkens behoort daar een bepaalde graad van competenties en vaardigheden bij. Het eerste niveau is dat van de onderhoudstechnicus. Vervolgens krijg je de diagnosetechnicus en op het hoogste niveau de mastertechnicus. Elk niveau duurt telkens 6 à 7 dagen en wordt in een van onze opleidingscentra verzorgd. Na het eerste niveau kan een technicus zelfstandig allerhande spanningscontroles uitvoeren in een eenvoudige 12 V-kring. Denk bijvoorbeeld aan het controleren van de laadspanning van een alternator of de spanningsval bij het starten, tot zelfs een overgangsweerstand opsporen in een eenvoudige kring. Ze leren verder ook werken met een multimeter en een ampèretang. Als afronding komt het uitlezen van foutcodes met het diagnosetoestel aan bod.
In het tweede niveau bouwen we de competenties verder uit met metingen aan sensoren, actuatoren en digitale signalen. Ze leren met een oscilloscoop werken om o.a. PWM-signalen correct in beeld te brengen. Deze technici zullen in staat zijn om metingen in ECU-kringen uit te voeren. Ze kunnen zelfs storingen opsporen in CAN- & LIN-busbedrading, twee netwerksystemen die niet meer weg te denken zijn uit moderne voertuigen.
In het derde niveau komen de specialisten aan bod. Deze mastertechnici kunnen storingen opsporen op het hoogste niveau, zelfs wanneer er onvoldoende technische informatie voorhanden is.
Kwaliteitslabel
“Na elk niveau krijgt de cursist een online test voorgelegd. Over elk thema worden hem tien willekeurige vragen gesteld. Haalt hij meer dan 60% voor elk thema, dan is hij geslaagd en ontvangt hij een attest. Wanneer hij dat niet haalt, moet hij de opleiding voor de niet-geslaagde thema’s opnieuw volgen. Voor ons is deze test erg belangrijk. Het behaalde attest bewijst namelijk dat het volgen van de opleiding niet los en vrijblijvend is, maar ook daadwerkelijk tot de vereiste kennis en vaardigheden heeft geleid. En dat is geen overbodige luxe nu de onafwendbare elektrificering van ons wagenpark in een stroomversnelling is beland.”
Test je kennis!
Je kan gratis een test doen om je basiscompetenties op de proef te stellen. Indien je slaagt krijg je bovendien een officieel sectoraal attest!